Recht op anders zijn

“Hij bleef me maar pesten” - Tomas

“Ik vertrouwde een klasgenoot toe dat ik homo was. Het duurde niet lang voor de hele school het wist. De reacties in mijn klas vielen mee, maar anderen slingerden mij verwijten naar mijn hoofd. Eén kerel bleef me maar pesten. Als hij me zag, riep hij telkens ‘janet!’. Ik sprak er leraren en directie over aan, maar er gebeurde niets. Toen mailde ik naar Unia. Daar ben ik écht geholpen.”

Tomas, 15

Je bent niet alleen

Vijf tot tien procent van de mensen is homoseksueel, lesbisch of bi. In een school met vijfhonderd leerlingen zitten dus mogelijk vijftig leerlingen die holebi zijn. Ze worden soms gepest, uitgelachen, beledigd of zelfs fysiek bedreigd. Soms gaan ze aan zichzelf twijfelen of raken geïsoleerd. Zelfmoordpogingen bij homojongens liggen twee keer hoger dan het gemiddelde, bij meisjes zelfs vijf keer.

Wat zegt het Kinderrechtenverdrag?

Als je een handicap hebt, heb je recht op bijzondere zorg en onderwijs (art 23).
  • Ook met een verstandelijke of lichamelijke handicap moet je een volwaardig leven kunnen leiden. 

  • De overheid geeft kinderen en jongeren met een handicap toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, revalidatie, beroepsopleiding en vrijetijdsbesteding.

  • Je hebt recht op hulpmiddelen 

  • Scholen moeten extra aandacht besteden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daardoor hebben meer leerlingen toegang tot het gewone onderwijs. 

Discrimineren mag niet, ook niet op basis van afkomst, geaardheid, leeftijd, handicap of geloof (art 2).

Kinderrechten gelden voor alle minderjarigen: jongen, meisje of X, wit of zwart, rijk of arm.

Je hebt recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (art 14).
  • Je bent vrij om te denken en jouw eigen mening te vormen.

  • In de opvoeding, kunnen ouders je stimuleren om een bepaalde godsdienst of geloof te volgen en je hierin te begeleiden.

  • Je kan niet gedwongen worden om een bepaald geloof te volgen, niet door je ouders en niet door de overheid.

Je hebt het recht om je eigen cultuur en godsdienst te beleven en om je eigen taal te spreken als je tot een minderheid behoort (art 30).

Heb je een vraag over kinderen met een beperking?